Lang niet elke Amerikaanse culinaire trend die naar ons overwaait, is een verrijking voor onze eetcultuur. Dat 'all you can eat' concept bijvoorbeeld had wat ons betreft gerust weg mogen blijven. Het genot schuilt immers in de kwaliteit en niet in de kwantiteit. Maar deze Amerikaanse traditie mag wat mij betreft gerust voet aan wal zetten aan deze kant van de grote plas: Standing Rib Roast als pronkstuk van het kerstdiner.
Steeds meer Nederlanders ontdekken dit stoere stuk vlees als alternatief voor Kalkoen, Konijn, Haas en Hert. Het oogt niet alleen geweldig, zo smaakt het ook. Een Standing Rib Roast kun je uitstekend op de BBQ bereiden, dat stelt echt niet veel voor en je hebt er nauwelijks omkijken naar. En zo houd je jouw aandacht, je handen, je hele fornuis en de oven vrij voor het maken van alle andere mooie gerechten die je op tafel wilt zetten.
Weet je wat de overeenkomst is tussen Ribeye, Côte de Boeuf, Prime Rib en een Tomahawk Steak? Het is allemaal precies hetzelfde vlees. Het enige verschil is de hoeveelheid bot dat aan het vlees zit. Een Ribeye is enkel vlees, geen bot. Een Côte de Boeuf heeft een klein bot, een Tomahawk een reusachtig stuk. Prime Rib – het vlees waarvan je de Standing Rib Roast maakt - is niets anders dan twee of meerdere stukken Côte de Boeuf nog aan elkaar vast.
Prime Rib wordt gesneden uit de primal, het deel van het rund vanaf de zesde tot en met de twaalfde rib (geteld vanaf de kop). Het mooiste deel van het rund, zeker als je van steaks houdt. Een Prime Rib telt dus maximaal zeven ribben en dan heb je een gigantische stuk vlees. Het vlees rondom de ribben die dicht tegen de schouder aan liggen – grofweg de 6de tot en met de 8ste rib, de large end noemen de Amerikanen dat – bevat meer grote stukken vet dan de ribben die verder naar achter liggen (de small end of first cut). Maar je weet natuurlijk: waar vet zit, zit smaak. Voor de smaak van Standing Rib Roast moet je dus aan Ribeye denken, het is immers hetzelfde vlees. Maar een Ribeye gril of bak je met grote hitte om en om. De Standing Rib Roast bereid je juist heel langzaam, in z’n geheel, in de oven of op de barbecue. Dat laatste heeft absoluut mijn voorkeur, omdat je dan ook nog wat heerlijke rook ertegenaan kunt kwakken. Daar wordt dat vlees nog véél lekkerder van.
Het garen van een flinke Rib Roast duurt wel even, maar je hebt er nauwelijks werk aan.
Natuurlijk is het binnen dragen van zo’n schitterende Standing Rib Roast het hoogtepunt van het kerstdiner, 'la pièce de résistance' en dus wacht je daar uiteraard mee totdat iedereen aan tafel zit. Gebruik een snijplank met een bloedgoot om het damasten tafelkleed niet vies te maken. En geniet van de vele 'oh' s en ah's' van de gasten bij het aansnijden van het vlees. En dan hebben ze het nog niet eens geproefd.